AZFanpage
·06 de novembro de 2024
AZFanpage
·06 de novembro de 2024
Op donderdag 7 november staat in het AFAS Stadion de Europa League-wedstrijd AZ-Fenerbahçe op het programma. Het wordt voor AZ de derde keer dat zij in een officiële wedstrijd spelen tegen het Turkse Fenerbahçe. De clubs troffen elkaar voor het eerst in 2007, in de derde ronde van de UEFA Cup, toen nog met Maarten Martens als speler van AZ. In de rubriek A Trip Down Memory Lane lichten we dit tweeluik uit.
Op woensdag 14 februari 2007 vond de eerste wedstrijd van de tweeluik plaats in Istanbul. In het Sükrü Saracoglustadion kwam het AZ van Louis van Gaal niet verder dan een 3-3 gelijkspel tegen het taaie Fenerbahçe, gecoacht door voetballegende Zico.
AZ trad aan zonder Barry Opdam, Shota Arveladze, David Mendes da Silva en Joey Didulica, in een 4-4-2-opstelling met Molhoek als verdedigende middenvelder en Martens achter de spitsen Dembélé en Koevermans. AZ was de betere partij in een knotsgek duel, maar kon de sluwe spitsen van Fenerbahçe niet van scoren afhouden.
De eerste minuten van de Turkse heksenketel overleefde AZ eenvoudig. Een kopbal en een vrije doortocht van Tuncay waren de enige speldenprikjes van de thuisspelende ploeg, die nog niet op scherp stond. AZ controleerde de wedstrijd en durfde de aanval te zoeken tegen het voorzichtige Fenerbahçe. Die durf werd beloond met kansen voor de op het randje van buitenspel loerende Koevermans. Een hakballetje van Martens bij de eerste paal en een schot van Boukhari op het doel van de Turken snoerden de monden van de zeer luidruchtige fans.
De Alkmaarders kwamen terecht op voorsprong. Koevermans ontving de bal – op het randje van buitenspel – en zag dat Martens aan de linkerkant vrij stond. De Belg ging niet voor eigen succes en gaf de bal aan de inkomende Demy de Zeeuw, die simpel de openingstreffer binnentikte.
Uit het niets kwam Fenerbahçe al snel weer op gelijke hoogte. Het was Tümer die de bal vanuit de lucht direct op de voet nam en Boy Waterman kansloos liet. Na deze treffer werden de Turken brutaler en wonnen meer duels. AZ werd wat verder naar achteren geduwd en bleef met kunst- en vliegwerk overeind. De ploeg van trainer Louis van Gaal kwam vlak voor rust goed weg, nadat de verdediging van AZ was uitgespeeld en David voor open doel op de paal schoot. Vlak voor rust werd AZ nog gevaarlijk via een prachtige combinatie tussen Boukhari en Martens, die uiteindelijk niets opleverde en in het zijnet belandde.
Na rust veranderde het spelbeeld nauwelijks. Er was minder actie voor beide doelen en de ploegen namen in de beginfase van het tweede bedrijf geen risico. Dit keer wist AZ uit het niets te scoren. Boukhari kreeg vlak voor de zestien genoeg ruimte om uit te halen en zette de Alkmaarders weer op voorsprong. De daaropvolgende aftrap werd door AZ onderschept, wat leidde tot een gevaarlijke aanval die eindigde met een hard schot van Jenner. Hij liet het uitvak ontploffen met de 1-3. Toch gaf de equipe van Zico zich niet gewonnen; Tuncay controleerde een lange bal en passeerde Waterman. Een kwartier voor tijd kwamen de Turken alweer op gelijke hoogte door een prachtig schot van Tümer in de linkerbovenhoek van het AZ-doel.
In de slotfase was AZ gevaarlijker. Moussa Dembélé had na een slimme pass van Nourdin Boukhari vrije doortocht naar het Turkse doel, maar verloor de controle over de bal. In de negentigste minuut moest Moussa Dembélé het veld verlaten met een wond aan zijn gezicht, na een elleboog van Appiah. Het bleef bij 3-3.
Na de 3-3 in Istanbul speelde AZ op donderdag 22 februari de returnwedstrijd (zie ook ons fotoalbum van deze wedstrijd) in het eigen DSB Stadion. Lange tijd stonden de Alkmaarders met 0-2 achter, maar zij slaagden erin om een 2-2 gelijkspel uit het vuur te slepen. Dit was, na de 3-3 in Istanbul, precies voldoende om door te bekeren in de UEFA Cup.
In tegenstelling tot de heenwedstrijd had trainer Louis van Gaal in Alkmaar weer de beschikking over Shota Arveladze – de man die Van Gaal ‘de beste speler van AZ’ noemde. Bij Fenerbahçe kon Zico weer beschikken over Kezman en Lugano, die beiden een belangrijke rol speelden. Arveladze kwam, mede door Lugano, amper in het stuk voor. Kezman onderscheidde zich daarentegen wél door na twintig minuten Tümer Metin weg te sturen, die de bal fraai langs Boy Waterman krulde: 0-1.
AZ kon hier weinig tegenover stellen. Met Arveladze, Dembélé en Koevermans had Van Gaal drie pure aanvallers het veld in gestuurd, maar het trio kwam amper in het spel voor. De Alkmaarders maakten een onmachtige indruk, en Fenerbahçe rook haar kans. Nog voor rust kwamen de Turken op 0-2, door een knap schot van spelmaker Alex da Souza. Door het gelijkspel in Istanbul stond AZ nu plotseling op de rand van uitschakeling.
Fenerbahce viert de 0-2 (foto via Pro Shots / Jasper Ruhe)
Ook Louis van Gaal begreep dat, en de coach nam in de rust geen halve maatregelen. Hij haalde Nourdin Boukhari en Rogier Molhoek van het veld en bracht Julian Jenner en Maarten Martens, die met aanvallende acties de wedstrijd konden openbreken. Deze wissels misten hun uitwerking niet. AZ kwam als herboren uit de kleedkamer en greep – wetende dat het ook geen andere keus had – direct de aanval. De Alkmaarders speelden alles-of-nietsvoetbal, tot enthousiasme van het publiek in het uitverkochte DSB Stadion.
Echt grote kansen leverde dit offensief echter niet op. In het eerste kwartier na rust had de thuisploeg slechts één grote mogelijkheid om het duel nieuw leven in te blazen, maar de door Van Gaal bewierookte Arveladze verzuimde om een goede voorzet van Jenner binnen te glijden. Uiteindelijk was een individuele actie van Maarten Martens nodig om de ban te breken. De Belgische invaller kreeg de bal in het Turkse strafschopgebied, behield de rust, speelde zijn mannetje uit en schoot de bal achter Fenerbahçe-doelman Demirel.
In de slotfase kon het dubbeltje beide kanten op vallen. De herinneringen in Alkmaar gingen terug naar 2005 en 2006 – toen de ploeg het in eigen stadion nét niet redde tegen Sporting Lissabon en Real Betis. Ditmaal kwam het echter net wél goed. Drie minuten voor tijd ontpopte routinier Barry Opdam zich tot de held van Alkmaar door een voorzet van Maarten Martens bij de tweede paal binnen te koppen.
Deze 2-2 was precies voldoende om door te bekeren en bovendien behield de club haar ongeslagen status in Europese thuiswedstrijden. Het was een ‘narrow escape’, maar daar zal iedereen in Alkmaar en omstreken maling aan hebben. Het Europese avontuur ging door. In de volgende ronde wachtte Newcastle United.
Na de uitschakeling door AZ kon Mateja Kezman zichzelf niet beheersen en liet een spoor van vernieling achter in het DSB Stadion. De Serviër was zó boos dat hij een tweetal schilderijen van de muur sloeg. Kezman stormde na het laatste fluitsignaal de catacomben in. In de gang naar de kleedkamer sloeg hij met zijn vuist tegen een schilderij van een juichende John Bosman, waarna het kapot op de grond viel. Even verderop deed de voormalig PSV’er hetzelfde, waardoor nog een schilderij sneuvelde.
[coverfoto via PRO SHOTS / Jasper Ruhe]